Onderhouds- en Storing overzicht Kolomboormachine

Hiermee kun je de machine optimaal onderhouden en eventuele problemen snel oplossen. Volg deze stappen om de levensduur van de apparatuur te verlengen en de prestaties te verbeteren.

Regulier Onderhoud

  1. Reiniging:
    • Verwijder alle spanen van de machine.
    • Reinig alle oppervlakken grondig.
  2. Onderhoud van onderdelen:
    • Houd onderdelen droog.
    • Olie bewerkte oppervlakken lichtjes.
  3. Boorbehandeling:
    • Verwijder altijd de boor na gebruik.
    • Berg boor veilig op.

Storingsgids

Probleem Waarschijnlijke Oorzaak Oplossing
Luidruchtige werking (onder belasting). a. Verkeerde riemspanning. a. Stel de spanning af.
  b. Droge spil. b. Verwijder de spil- en kwillassemblage en smeer deze in.
  c. Losse poelie. c. Draai de poelie vast.
  d. Losse riem. d. Stel de riemspanning af.
  e. Versleten lager. e. Vervang het lager.
Overmatige wiebeling van de boor. a. Losse boorkop. a. Druk de boorkop stevig aan op een blok hout tegen de tafel.
  b. Versleten spil of lager. b. Vervang de spil of het lager.
  c. Versleten boorkop. c. Vervang de boorkop.
  d. Gebogen boor. d. Vervang de boor.
Motor start niet. a. Stroomtoevoer. a. Controleer de stroomkabel en zekering.
  b. Motorverbinding. b. Controleer de motorverbindingen.
  c. Defecte schakelverbinding. c. Controleer de schakelverbindingen.
  d. Defecte schakelaar. d. Vervang de schakelaar.
  e. Verbrande motorwikkelingen. e. Vervang de motor.
  f. Poeliedeksel niet gesloten. f. Sluit het poeliedeksel.
  g. Microschakelaar op deksel werkt niet. g. Controleer en vervang of stel de microschakelaar af.
Boor blijft vastzitten in het werkstuk. a. Overmatige invoerdruk. a. Verminder de druk.
  b. Losse riem. b. Controleer de riemspanning.
  c. Losse boor. c. Draai de boor stevig vast met de sleutel.
  d. Onjuiste boorsnelheid. d. Stel de boorsnelheid redelijk af.
  e. Verkeerde boorhoek voor het materiaal. e. Raadpleeg een technisch handboek voor boorhoeken en slijp de boor correct.
Boor brandt of rookt. a. Onjuiste snelheid. a. Pas de snelheid aan volgens de snijsnelheidtabel.
  b. Spanen worden niet afgevoerd. b. Reinig de boor.
  c. Doffe of verkeerde boor voor het materiaal. c. Controleer de scherpte en afschuining van de boor.
  d. Heeft koelmiddel nodig. d. Gebruik een koelmiddel tijdens het boren.
  e. Overmatige invoerdruk. e. Verminder de druk.
Tafel is moeilijk omhoog te brengen. a. Heeft smering nodig. a. Smeer met lichte olie.
  b. Tafelklem is vastgedraaid. b. Maak de klem los.