Gebruik- en onderhoud schema (Haakse) slijper

Met dit schema zorg je voor een veilig en efficiënt gebruik van je machine, terwijl je de levensduur verlengt door goed onderhoud.

Gebruik van de machine

  1. Handvatgebruik:
    • Gebruik het handvat om de machine stevig en stabiel te houden tijdens gebruik.
  2. Overbelasting voorkomen:
    • Zorg dat de machine niet wordt overbelast en gebruik het juiste gereedschap (zoals een geschikte boor) voor de toepassing.
  3. Loskoppelen van luchttoevoer:
    • Koppel de machine altijd los van de luchttoevoer voordat je instellingen wijzigt, accessoires verwisselt of onderhoud uitvoert.
  4. Accessoires:
    • Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant zijn aanbevolen.
  5. Draairichting:
    • Gebruik de hendel onder de trekker om de draairichting (vooruit of achteruit) in te stellen.
  6. Veiligheid tijdens werking:
    • Laat de machine nooit onbeheerd achter wanneer deze is aangesloten op de luchttoevoer.
  7. Compressor:
    • Gebruik uitsluitend lucht van een compressor als voeding voor de machine.

Luchttoevoer installatie

  1. Aanbevolen componenten:
    • Gebruik een regelaar, olienevelaar en filter voor optimale prestaties.
  2. Manuele smering:
    • Als je geen automatisch smeersysteem gebruikt, voeg dan een beetje gereedschapsolie toe in de luchtinlaat vóór gebruik.
  3. Luchtdruklimiet:
    • Gebruik de machine niet boven de maximale luchtdruk van 90 PSI / 6,2 bar (of zoals vermeld op het typeplaatje).

Smering en onderhoud

  1. Dagelijkse smering:
    • Voeg dagelijks een theelepel gereedschapsolie toe via de luchtinlaat of de luchttoevoerslang vóór gebruik.
  2. Roestbescherming:
    • Gebruik een roestremmende olie als alternatief voor luchtgereedschap.
  3. Onderhoud:
    • Koppel altijd de luchttoevoer los en laat de lucht uit de slang lopen voordat je onderhoud of reiniging uitvoert.

Veiligheid tijdens gebruik

  1. Accessoires wisselen:
    • Koppel de luchttoevoer af en laat de lucht uit de slang lopen om onverwachte bewegingen te voorkomen.
  2. Vastlopen voorkomen:
    • Houd de machine stevig vast om letsel door plotseling vastlopen van de boor te voorkomen.
  3. Zijhandvaten:
    • Gebruik zijhandvaten bij:
      • Recht boren met een boorkop groter dan 6,5 mm (1/4 inch) of aandraaimoment boven 4 Nm.
      • Pistoolgreep met een boorkop groter dan 10 mm (3/8 inch) of aandraaimoment boven 10 Nm.